Suikerwerkfabriek van de gebroeders Pel
Het lijkt alsof de studentenflat die Naomi nu overschaduwt er bruusk tegenaan geplakt is. Maar uit oude foto’s blijkt dat Naomi altijd tegen een ander gebouw aanleunde. Ze is nooit alleen geweest. Hier zie je hoe de kade van de Morsweg er in 1919 uitzag. Helemaal rechts is de stadsvilla Naomi te herkennen die er vandaag nog staat. Op de plek waar nu de studentenflat staat, stonden destijds nog een ander woonhuis en de suikerwerkfabriek van de Gebroeders Pel.
In 1912 openden de gebroeders Hendrik en Gerardus Pel, die hun gerenommeerde zaak van de Hogewoerd naar Transvaal verhuisden, hun fabriek aan de Morsweg (Fig. 1). “Wie Pel zegt, zegt borstplaat”, zou een veelgehoorde uitspraak zijn geweest.
Het prijswinnend snoepgoed van Pel vond gretig aftrek in Nederland en in de koloniën. Rond Sinterklaas snoepte de koloniale elite graag van de borstplaat en marsepein van Pel. De suikerwerkfabriek kwam tot bloei in de hoogtijdagen van het Nederlands kolonialisme en dat liet zijn sporen na. Bijvoorbeeld in de productie van ‘Javaantjes’, ovaalvormige koekjes met koffiesmaak die juist voor een Nederlands publiek gebakken werden.
De fabriek van de gebroeders Pel speelde een belangrijke sociale rol in de wijk als werkgever. De werknemers van de fabriek woonden vaak in de Transvaalwijk, dicht bij hun werk. Dit zorgde voor een hechte gemeenschap. Overigens waren werknemers niet altijd tevreden over de autoritaire bestuursstijl van de broeders Pel en konden de relaties tussen beide soms moeizaam zijn. Zo liggen er in het archief nog briefjes van oud-werknemers die na ontslag vragen om de uitbetaling van hun loon (Fig. 3).
Ook in en na de oorlog waren er spanningen tussen directie en personeel. De toenmalige directeuren van de fabriek, twee neven van de Pels die de fabriek hadden opgericht, waren Duitsgezind. Na de oorlog zijn de directeuren opgepakt en gevangen gezet in de Doelenkazerne vanwege hun lidmaatschap van de NSB (Nederlandse Socialistische Beweging). Enkele maanden later kwamen zij weer vrij, maar met een forse boete voor collaboratie. Bij hun terugkeer weigerden enkele leden van het kantoorpersoneel om nog met hen te werken.
In 1964 werd de firma overgenomen door de Amerikaanse Pet Milk Company die de fabriek in korte tijd wilde moderniseren. Toen hun investeringen niet het gewenste effect hadden, viel het doek een jaar later voor de fabriek.
Maar ben je eerst nog benieuwd wie die mensen op het balkon zijn van het huis op Morsweg 46? Lees dan de onderstaande longread!