Familie Hoogeveen op Morsweg 46

Net als de stadsvilla Naomi (nummer 44) was het huis ernaast (nummer 46) dicht bij het water gebouwd met een tuin aan de waterkant die ingeklemd werd door de fabriek. Als we goed kijken naar de foto uit 1919, dan zien we op het balkon van nummer 46, het huis naast Naomi, een gezin op het balkon staan. Dit moeten Cornelis Petrus Hoogeveen en zijn vrouw Mathilde Jean en kinderen zijn. Uit het bevolkingsregister blijkt dat ze in 1916 in het pand trokken. Hoogeveen was van beroep timmerman. Zijn achterkleindochter Petra Hoogeveen woont nog steeds in de wijk en vertelt over haar overgrootvader: ‘hij was timmerman maar had ook veel panden in de stad, nu zou je hem misschien een huisjesmelker noemen’.

De dochters op de foto, tante Til en tante Wies, zoals ze door de kleinkinderen genoemd werden, bleven ongehuwd. De twee zoons, Cornelis (Kees) en Jean Jacques trouwden wel. Jean Jacques, Petra’s grootvader, stierf al jong na een aanrijding met een auto in Wassenaar en liet een jong gezin achter. De oude Hoogeveen was daarna als een vader voor het jonge gezin. De zoon van Jean Jacques, Petra’s vader, kwam dus veel in het huis aan de Morsweg. In een oud familiealbum vond Petra een foto van haar vader, samen met haar overgrootvader en Tante Til voor het huis (Fig. 2). Haar vader vertelde haar later over de overlast die ze hadden van de ventilatoren van de fabriek, ‘die bliezen zo de tuin in’, maar daar heeft de oude Hoogeveen indertijd wel een stokje voor gestoken.

Naomi bestaat nog wel, maar op de plek van het huis van Petra’s voorouders staat nu de studentenflat. Ook de suikerwerkfabriek van de Gebroeders Pel is opgeslokt door de flat.