De kamer en Gijs’ identiteit
De overvloed van aantrekkelijke objecten in de kamer vertelt gevarieerde verhalen over verscheidene delen van Gijs’ leven. Maar ze hebben allemaal een gelijke noemer en dat is Gijs’ leven. Gijs erkent dat alles in zijn kamer ten dele een reflectie is van hemzelf. De instinctieve manier waarop Gijs zijn kamer heeft ingericht en het persoonlijke karakter van alle objecten maken de ruimte bijzonder en sprekend.
Gijs trekt de vergelijking tussen de kamer en zijn identiteit verder door. Naar zijn idee zijn zowel de kamer als zijn identiteit kneedbaar, maar is er tegelijkertijd ook een kern die minder veranderlijk is. “Je hele persoonlijkheid in een klap veranderen is heel lastig, misschien wel onmogelijk, maar je kan wel eigenschappen van jezelf veranderen, net zoals ik objecten in mijn kamer kan toevoegen of juist kan weghalen.” De vergelijking tussen persoonlijke eigenschappen en elementen van een interieur is treffend. Je zou iemands identiteit kunnen gelijkstellen aan de grootte van een ruimte, waarbij de onderdelen van iemands identiteit dan de objecten in die ruimte zijn. Interactie met deze objecten reflecteert dan het nadenken over en werken aan je persoonlijke kwaliteiten. Iets van de muur halen, een nieuw werk proberen te maken, iets willen verwoesten of een nieuwe waardering vinden: voor Gijs werkt dit hetzelfde op persoonlijk niveau. Maar net zoals men niet zomaar de intrinsieke vezels van een ruimte kan veranderen, is de kern van iemands identiteit ook niet veranderlijk.
Gijs merkt op dat zijn kamer en zijn identiteit het meest samenkomen in de “georganiseerde chaos.” De diverse collectie van kleding, tattoos, objecten van emotionele waarde, artistieke creaties, Haagse totems, opvallende curiositeiten en parafernalia reflecteren op natuurlijke wijze Gijs’ interesses en ondernemingen. Maar de chaotische compositie echoot tevens de vezels van Gijs’ karakter: zijn verschillende levensverhalen en ervaringen vermengen zich tot de lappendeken van zijn identiteit. De stilering van deze chaos in de kamer laat ook zien hoe iemand een verhaal over zijn identiteit stileert. We zijn dan misschien wel een lappendeken aan verhalen, gedachten en opvattingen, we stileren die lappendeken om een coherent en betekenisvol geheel van onszelf te maken. Net zoals Gijs’ verzamelde objecten een intrinsieke verbintenis hebben met de kamer en zijn persoonlijkheid, zo maken de verhalen van deze objecten Gijs tot de man die hij vandaag de dag is.