Stap 6 van 7

Constantijn en Trier

Basiliek van Constantijn, Trier [Wikimedia Commons](https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Germany-5280_-_Basilica_of_Constantine_(12967532743).jpg )

Basiliek van Constantijn, Trier Wikimedia Commons

Aan de onderkant van de keerzijde zien we nog meer letters, die niet onderdeel lijken te zijn van de inscriptie. Deze letters staan in de afsnede van de munt, de horizontale tekst onder de centrale afbeelding, en duiden de plek aan waar de munt is geslagen. Op onze munt staan de letters PTRE, een afkorting voor de stad waar de munt is geslagen, in dit geval Trier, of zoals de Romeinen het toentertijd noemden, Augusta Treverorum.Roman Imperial Coinage, VII.1, Treviri 458

Trier werd oorspronkelijk gesticht als Romeinse nederzetting onder de naam Augusta Treverorum. De naam suggereert dat het vernoemd is naar de Keltische stam uit die regio, de Treviri. In eerste instantie zetelde de stad de keizerlijk procurator en later de gouverneur van de provincie Belgica. Onder keizer Claudius (41-54) werd het een Romeinse colonia en onder de Tetrarchie (late 3e en vroege 4e eeuw) werd het de uitvalsbasis voor de prefect van Gallië. De stad Trier was sterk verbonden aan het imago van Constantijn, die daar tussen 300 en 310 zijn beroemde basiliek liet bouwen. De basiliek moest het nieuwe centrum van recht en justitie in Constantijns Romeinse rijk worden. In Trier zou de keizer zelf gezeteld zijn, en in een panegyriek uit 310 werd het de sedes iustitiae of ‘zetel van justitie’ genoemd. In de eeuwen daarna werd de basiliek een belangrijk religieus gebouw voor de Christenen, maar de enige religieuze ‘rituelen’ die plaatsvonden ten tijde van Constantijn waren de door hem uitgegeven wetten; Constantijns wetgeving werd als heilig beschouwd. Rüfner, T., “Seat of Justice and Second Cathedral of the Rhineland. The Basilica of Constantine as a Point of Encounter of Law and Religion in Trier.” Zeitschrift Der Savigny-Stiftung Für Rechtsgeschichte. Kanonistische Abteilung 105:1 (2019) 153–58, 153-154