Terug in de tijd
In dit filmpje komt één van de eerste bewoners van het Transvaalhof aan het woord. Hij benadrukt het gemeenschapsgevoel dat er op dat moment onderling tussen de bewoners van het hof heerste. Met de stoelen buiten en onder het genot van een kopje thee of een glas limonade spraken de buren elkaar, ‘het was hartstikke gezellig’. Vrouwen, die werkzaam waren in de nabijgelegen conservenfabriek, werkten als het mooi weer was voor de deur. De stoelen werden buiten gezet en terwijl ze boontjes aan het doppen waren en bloemkolen en wortelen schoonmaakten, kletsten ze over en weer. Wanneer je luistert naar zijn verhaal kan is het gemakkelijk voor te stellen hoe het er vroeger aan toe ging en welke geluiden er in het te horen waren.
Op 2 juli 1952 wordt ditzelfde gevoel neergezet in de Leidse Courant: “In deze laaiende zomerdagen draaien de Leidse conservenfabrieken op volle toeren. Iedere Leidenaar, die z’n ogen niet in z’n zak heeft kan dat op straat constateren, wanneer hij in de straten rondom de conservenfabrieken ziet hoe hele gezinnen met ware hartstocht zich geworpen hebben op het pellen van grote bonen. In de Lopsenstraat troffen we gistermiddag dit groepje aan: vader, moeder en alle kinderen ingezet voor de grote bonenslag! Om zich te beschermen tegen de felle zon, hebben zij op het trottoir tegen het hek van de spoorbaan een tent gemaakt van oude kleden. En dan maar pellen, de ene zak na de andere! Met handkarretjes en kinderwagens worden de bomen van de fabriek gehaald en teruggebracht. Een typisch Leids stadsgezicht!” (Fig. 1)
Wat is daar nu van over? Wie zijn tegenwoordig de bewoners van het Transvaalhof?