Het hof op baksteenniveau
Het Transvaalhof was Buurman’s eerste grote opdracht. Wegens ziekte van zijn voorganger W.C. Mulder (1850-1920) werd hij door de Vereeniging Werkmanswoningen aangesteld om zich te ontfermen over het stuk land tussen de Mosweg en het Spoor in.
De Vereeniging voor de Bevordering van de Bouw van Werkmanswoningen, in het kort ‘Werkmanswoningen’, werd in 1890 door prof. dr. Hendrik Lodewijk Drucker (1857-1917) en Hendrik Barend Greven (1850-1933) opgericht, waarmee zij betere werkmanswoningen wilden realiseren. Kapitaal van rijke Leidenaren werd ingezameld om hypotheken te kunnen verstrekken aan verenigingen die zich bezighielden met het bouwen van arbeiderswoningen. Hiermee konden de slecht onderhouden krotten in de stad vervangen worden door gezonde woningen. Het Transvaalhof vormde het sluitstuk van de eerste golf van volkshuisvesting, waarmee de woningnood voor Leiden toen (van korte duur) was opgelost. Wanneer het Transvaalhof in 1928 werd opgeleverd, waren er meer woningen beschikbaar dan strikt nodig was. De overige 54 woningen werden daarom in de vrije markt gebracht.
Het is misschien niet gelijk terug te zien, maar voor de bouwstijl heeft Buurman zich laten inspireren door de Amsterdamse School (Fig 1). De typerende rode bakstenen en expressieve architectuur zien we hier niet terug, maar de ronde hoeken komen overeen. Een andere inspiratiebron voor Buurman was de prairiehuisstijl van architect Frank Lloyd Wright (Fig 2). De uitstekende dakgoot en de plint van rode bakstenen onderaan de huizen benadrukken de horizontale lijnen (Fig 3), waar Wright bekend om staat.
Door deze inspiratiebronnen werden de woningen van het Transvaalhof in eigentijdse architectuur gebouwd, waar de nieuwe bewoners trots op konden zijn. Opvallend aan de ontwerpen van Buurman is de geelkleurige baksteen en het kettingverband die telkens terugkomen, twee strekkende stenen en één kopse steen, zoals hierboven ook in een close-up te zien is (Fig 4). Na deze gevelbekleding eerst te hebben toegepast bij zijn eigen woonhuis aan de Cronesteinkade (Fig 5), is het Transvaalhof het eerste externe project waarbij hij de gele baksteen in dit patroon terug laat komen. In de loop van de jaren ‘20 en ‘30 zal Buurman nog vaak gebruik maken van dit patroon, ook in zijn meest prominente gebouwen. Nu je dit weet, zal je de gebouwen die van zijn hand zijn gelijk herkennen. Overal door Leiden staan echte Buurmans’ en het Transvaalhof kan met trots deel uit van dit prachtige rijtje van architectuur.
Wil je weten welke gebouwen hij nog meer heeft ontworpen? Lees dan verder in de longread hieronder!