Stap 8 van 9

Blessurerisico

De muurschildering met de verdedigende zwaan kijkt uit op de roeivereniging direct naast het huis. Dat de roeivereniging zo dichtbij zit, heeft zo zijn voordelen. Niet alleen omdat een 6:30 training voor je college daardoor net wat draaglijker wordt, maar ook omdat je na een feestje op de verenging zeker weet dat je thuiskomt - desnoods via het raam.

Er wordt echter alleen gefeest in de zomer: wedstrijdroeiers gaan namelijk elk wedstrijdjaar ruim een half jaar lang ‘intraining’. Deze periode duurt van halverwege december tot het eerste weekend van juli. Intraining zijn houdt in dat er niet wordt gedronken en gerookt. Andere verdovende middelen zijn uiteraard ook uit den boze. Daarbij is er ook een bedtijd: om 23:30 wordt iedere roeier geacht in bed te liggen. Al deze afspraken dragen bij aan de topfitheid van de wedstrijdroeiers binnen de vereniging. Intraining wordt uiterst serieus genomen, en de roeiers moeten dan ook een eed afleggen bij het bestuur op de avond van intraining. Als de voorzitter dan met de hamer slaat, weet de roeier dat zodra de zon de volgende ochtend opkomt, hij of zij intraining is.

Als er intraining bestaat, moet er natuurlijk ook een tegenhanger zijn. Na de laatste wedstrijd, de NSRF Slotwedstrijden, gaan de roeiers ‘uittraining’. De afspraken die ze hebben gemaakt in december vervallen en de vakantie kan dan officieel beginnen. Je kan je misschien voorstellen dat, wanneer je studenten een half jaar drank ontzegt, ze er met volle teugen van genieten als het weer mag. Zo ook in ‘t Zwanennest. De zomerborrels op Njord worden drukbezocht, en onder het genot van een biertje in de zon wordt de avond uitgespeeld.

Natuurlijk komt het wel eens voor dat je na zo’n avond erachter komt dat je je sleutel bent vergeten… Geen probleem voor deze jongens! Als dat je overkomt, kan je naar dit platje klimmen, en wurm je jezelf dan als jongen van 2 meter lang naar binnen. Het enige probleem is dat er direct onder het smalle raampje een trapgat zit - risico op blessures, dus. Maar, zo stellen de jongens ons gerust, dat is (nog) nooit misgegaan.