De ‘Cananefaten Bijl’
Agressieve buurtbewoners en fabrieksmedewerkers, een moord of een gezamenlijke kerstbomenjacht - allemaal spannende verhalen, maar misschien is er een veel meer voor de hand liggende theorie te bedenken: er is gewoon ooit een hakbijl gevonden in de wijk.
Zie je hem liggen? Daar in de aarde? Bij graafwerkzaamheden in een achtertuin aan de Lopsenstraat aan het begin van de twintigste eeuw zou een bijl zijn opgegraven. En niet zo’n normale bijl, daar waren de bewoner van de woning en zijn neef, een schoolmeester, van overtuigd. Zij zouden in de veronderstelling zijn geweest een historische vondst te hebben gedaan: een ritueel wapen van de Cananefaten. Dit vroegere West-Germaanse of Keltische volk woonde rond de tijd van de Romeinen op het grondgebied van Zuid-Holland en het vinden van een van hun wapens zou dus een fantastische vondst zijn geweest. Je kunt je voorstellen hoe enthousiast de bewoner moet zijn geweest!
Het nieuwtje van de bijl zou zich toen in razend tempo door de wijk hebben verspreid, zoals dat vaak gebeurt in kleine, hechte buurten. Een groep buurtbewoners zou de bijl naar het stadhuis hebben gebracht in de hoop met burgemeester de Gijselaar te kunnen spreken over hun vondst. Ze werden zogezegd weggestuurd, maar het Oudheidkundig Genootschap van Leiden accepteerde een onderzoek naar de bijl. Een paar dagen later zou het enthousiasme van de wijk helaas om zijn geslagen in teleurstelling: het bleek een doodnormale bijl te zijn geweest, niet ouder dan twintig jaar (Fig. 1) De bijnaam zou een referentie zijn geweest naar deze blunder die de wijk heeft ondergaan.