Boontjes ‘hakken’
Niet iedereen beweert dat de bijnaam iets te maken moet hebben gehad met een bloederige ervaring waar een hakbijl bij betrokken was. Een drietal theorieën stelt dat de bijnaam voort is gekomen uit de relatie van de wijk met Conservenfabriek van Nieuwenhuizen.
De reusachtige fabriek van Nieuwenhuizen stond vroeger in de Transvaalbuurt en een groot deel van de Hakbijlenbuurt was ervan afhankelijk om hun dagelijks brood te verdienen. Met alle macht die de fabriek had in de wijk is het dan ook niet raar dat er meerdere theorieën met deze werkplek te maken hebben. Zo is het een mogelijkheid dat er bijlen nodig waren voor het werk in de fabriek. Een buurtbewoner vertelde dat er soms bijlen nodig waren om specifieke, grote of sterke bloemkolen open te klieven, zoals hier te zien is. Een andere Leidenaar zei juist dat hij het idee had dat de naam was ontstaan vanwege al die vrouwen die op straat alle boontjes ‘hakten’.
Ook zou het kunnen dat de bijnaam is bedacht als een sneer tegen de keurmeester van de fabriek. Deze meester zou soms onredelijk zijn geweest in zijn inspecties van de kisten die de buurtbewoners leverden. Het was een gewoonte voor de buurt om boontjes te halen bij de fabriek, deze op straat te doppen en dan de verwerkte boontjes terug naar de fabriek te brengen in de aangeleverde kisten. Deze kisten werden soms aangevuld met nog niet gesneden bonen, want dan waren ze sneller vol en kreeg men sneller betaald. Dit mocht uiteraard niet en wanneer de keurmeester dit ontdekte, zou hij inkomen hebben ingehouden. Daarmee zou hij ‘de man met de bijl’ zijn geweest.
Tot slot is het ook nog mogelijk dat de naam is ontstaan door de bewakers van de fabriek. Arme bewoners van de wijk probeerden nog wel eens wat bij de fabriek te stelen, waarna ze achterna zouden worden gezeten door bewakers met hakbijlen. Dat of de keurmeester of de bewakers de buurt met hun ‘bijlen’ te grazen namen, zou de bijnaam hebben kunnen voortgebracht.