Winkelen deden we samen
Wie nu op de smalle stoepen door de Morsweg loopt, ziet een ratjetoe aan panden in een straat vol met auto’s en fietsers. Oude etalages zijn woonkamers geworden, maar herinneren nog aan de tijd dat de Morsweg niet alleen een verkeersader was, maar ook een straat waar buurtbewoners elkaar ontmoetten.
Tussen de buurtwinkeltjes van toen en de supermarkt van nu zit een wereld van verschil. De supermarkt is wellicht een stuk praktischer, maar de buurtwinkeltjes brachten zo veel meer met zich mee dan alleen hun producten. Een buurtwinkel was immers niet alleen een winkel, hebben we gezien. Het was vooral ook een sociale ontmoetingsplaats. Zowel onderweg naar de winkel als in de winkel zelf, kwamen buurtbewoners elkaar tegen en gingen vaak een praatje met elkaar aan. Buurtwinkels waren de perfecte plek om de laatste roddels te bespreken en de winkelier... die deed gewoon lekker mee!
Winkeliers hadden een actieve rol in het sociale netwerk van de buurt. Men kon bij hen langs voor problemen, maar ook voor wat extra suiker na sluitingstijd. Mocht een winkelier een tijdje niks horen van iemand, dan was het niet ongebruikelijk dat hij of zij langsging bij die persoon om te kijken hoe het met ging. Zo hadden deze winkeliers dus vaak een groot netwerk van nauw burencontact.
Jongere buurtbewoners zijn verbaasd als ze horen dat er vroeger meer dan dertig winkels in de buurt waren. Een buurman merkt op: “Toen hadden we de winkels voor het sociale verkeer, nu hebben we de buurt-app.” Maar of dat nou helemaal hetzelfde is? Lia heeft haar winkel in 2000 verkocht en is inmiddels ook uit de wijk vertrokken. Maar toch mist ze de goeie ouwe tijd: “Ze zouden mij geen verdriet doen als ik terug moest.”