Oorlog in de wijk
Tijdens de bezettingsjaren zaten Duitse soldaten ingekwartierd in de Transvaalbuurt. Ze verbleven in schoolgebouwen, huizen en kazernes, en verdedigden zichzelf daar met zwaar luchtafweergeschut en de dikke muren van de bunker. De Leidse Transvaalbuurt lag tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen een belangrijke spoor- en waterweg in, en deze moesten natuurlijk goed bewaakt worden. Vooral het spoor was belangrijk om in handen te hebben, hier werden namelijk V2 raketten over vervoerd die ingezet werden om Londen mee te bombarderen. Bewoners die naast het spoor woonden hoorden de wagons met munitie dan ook vaak voorbij rijden midden in de nacht.
Verder stonden er fabrieken in de wijk waar veel bewoners in werkten, suikerwerkfabriek Pel en conservenfabriek Nieuwenhuizen. Deze mochten alleen openblijven omdat er een NSB’er aan het roer stond. De meeste medewerkers waren niet van NSB’ers gediend maar die loyaliteiten bleek ook een positieve keerzijde te hebben: er werd later verteld dat de fabrieksdirecteuren dankzij hun NSB-lidmaatschap wisten te voorkomen dat zijn arbeiders tewerk werden gesteld in Duitsland.
In de Transvaalbuurt hebben ook altijd studenten gewoond en veel verzetten zich tegen de bezetter, bijvoorbeeld bij de Koninklijke Studenten Roeivereniging Njord. Ze weigerden gehoor te geven aan de antisemitische regels die ze werden opgelegd en veel studenten tekenden de verplichte loyaliteitsverklaring aan Nazi-Duitsland ook niet. Hierdoor werd de vereniging op last van de bezetter meerdere keren gesloten en vonden er politie invallen plaats in huizen waar studenten woonden. Naast studenten waren er andere mensen in de wijk die zich verzetten, ook op veel verschillende manieren. Sommigen maakten bijvoorbeeld deel uit van een ondergrondse knokploeg, anderen namen Joodse onderduikers in huis.
De ligging naast het spoor maakte de wijk een risicogebied. Dat hebben de bewoners geweten. Op 10 en 11 december 1944 werd de wijk namelijk door bommen geraakt in een poging van de Geallieerden om de spoorlijnen te bombarderen. De huizen op de hoek van de president Steinstraat en de Lopsenstraat zijn toen geheel verwoest. In heel Leiden zijn er door die aanval minstens zestig mensen overleden.