Stap 2 van 7

Gemêleerd gezelschap

Related Images

  • Fig. 1. Foto uit c. 1880. Rechts de buitenplaats Oranjelust. Gebouw links ter hoogte van Morsweg 44-56. Gebouw in het midden Morsweg 23-55. Foto van W. de Jong. Ergoed Leiden en Omstreken [PV_PV103211](https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/beeldmateriaal/zoeken-in-beeldmateriaal/detail/c482e100-26bc-11e3-aa5b-3cd92befe4f8/media/072261f9-6954-2de9-3f52-879d91557742)
  • Fig. 2. Close-up van de achtergevel met de Bijbelse naam ‘Naomi’. Foto: Cees de Jonge.

De twee totaal verschillende woningen in beeld symboliseren de geschiedenis en gemêleerde samenstelling van de Transvaalbuurt in Leiden. Deze buurt heeft zich altijd al gekenmerkt door de diversiteit van huizen en inwoners. Langs de Rijn bevonden zich sinds de zeventiende eeuw drie buitenplaatsen: Oranjelust, Bloemlust en Rhijnzicht. De bewoning aan het water werd destijds gekarakteriseerd door bedrijvigheid en ambachtswezen: denk aan de vollershuizen van textielwerkers, timmerwerven en de productie van ander bouwmateriaal. Op andere plekken in de wijk hadden rijke stedelingen hun ‘speeltuinen’ voor ontspanning en vertier, en waren er groente- en fruitkwekers te vinden.

In de negentiende eeuw verschenen er steeds meer huizen langs de kade en aan de binnenzijde van de Morsweg (tussen de weg en de Rijn).P.J.M. de Baar, 1988. Wonen aan het Galgenwater. De stadsvilla hier in beeld staat aan de buitengrens van het perceel van de oude buitenplaats Oranjelust (het stuk tussen Morsweg 22 en 46), dat er tot circa 1900 gestaan heeft (Fig. 1). Na de sloop van de buitenplaats is de grond in percelen verdeeld. De stadsvilla was het eerste pand dat verrees op het terrein van Oranjelust. De eigenaar gaf het huis de Bijbelse naam Naomi, wat in het Hebreeuws ‘mijn liefelijke’ betekent (Fig. 2).

Toen het huis gebouwd werd was het nog omgeven door groen, maar daar zou snel verandering in komen.Informatie afkomstig uit het Stadsarchief van Leiden 1816-1929, Erfgoed Leiden en Omstreken. Aan het begin van de twintigste eeuw was de Transvaalbuurt namelijk ook de locatie van een aantal grote fabrieken. Voor de werknemers van de fabrieken bouwden ondernemers kleine arbeidershuizen aan de overkant van de Morsweg.De verhalen over de Wolmaransstraat en de Transvaalhof geven een goed inkijkje in de arbeidershuizen in Transvaal.

Met de groei van de universiteit werd Transvaal ook een plek voor studenten. Zo kwam er in de negentiende eeuw op de buitenplaats Rhijnzicht, die destijds al getransformeerd was in een “zwem- en badinrichting”, de botenloods van de oudste studentenroeivereniging Njord te staan.Meer weten over de Njord, lees dan de volgende verhalen. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog trokken studenten echt op grote schaal de wijk in. Door de democratisering van het hoger onderwijs en de toename van sociale voorzieningen groeiden de Nederlandse universiteiten sterk in de tweede helft van de twintigste eeuw. Zo kwam het dat studenten steeds zichtbaarder werden in de straten van Transvaal. Niet alleen de student werd steeds zichtbaarder, ook hun woningen verrezen overal in de buurt.