Transvaalwijk begrensd door Leiden en Oegstgeest
Toen Leiden uit zijn voegen groeide aan het einde van de negentiende eeuw, keek de stad over zijn eigen grenzen naar grondgebied om toe te voegen voor economische en demografische groei. Dit werd onder meer gezocht en gevonden in het gebied rond de Morsweg, dat later de naam Transvaalwijk zou krijgen. Het gebied buiten de singels dat op deze kaart roze van kleur is, werd bij de annexatie van 1896 ingelijfd bij Leiden.
Leiden meende dat de bewoners die woonachtig waren in dit gebied, zo dicht bij de Morspoort (Fig. 1), eigenlijk al Leidenaren waren. De gemeente Oegstgeest dacht hier echter anders over en kon zich niet vinden in de Leidse overtuigingen voor annexatie. Oegstgeest zag niets in de financiële voordelen die Leiden aanbood. Voor hen voelde het alsof zij werden beroofd van een welvarend en bloeiend stuk van hun gemeente. Oegstgeest vond dat het een eigen woonkarakter en sfeer bezat, die niet te meten vielen met die van Leiden. Ook meenden zij een grenswijzigingen niet het algemene belang zou dienen, maar puur en alleen werd opgesteld vanwege Leids egoïsme.
Vanaf het eerste moment heeft Oegstgeest zich met hand en tand verzet tegen de geopperde grenswijzigingen. Er volgden vele vergaderingen, comités en brieven over en weer over deze kwestie. Oegstgeest stelde “getrouw zijn aan den door ons afgelegde eed, dat wij de belangen der gemeente Oegstgeest met al ons vermogen zullen voorstaan en bevorderen, ten sterkste protesteren tegen de voorgestelde annexatie.”
Het verzet van Oegstgeest mocht niet baten. Voor de annexatie vormde de Morspoort nog de fysieke grens tussen de twee gemeenten. Met de annexatie in 1896 veranderde dit en werd het stukje vanaf de Morspoort tot aan de Lage Morsweg onderdeel van Leiden. Hiermee werd de wijk een eclectisch geheel van verschillende huizen, buurtbewoners en woonsferen met een rijke geschiedenis. De grensverlegging heeft ook gezorgd voor opschudding en rumoer in de decennia erna…