De V van Johanna
Voor Johanna haar naam staat een zwarte “V” gestempeld. Het zou kunnen zijn dat dit staat voor venerische ziekte (‘venerisch’ van Venus, de godin van de lichamelijke liefde). Veel van de vrouwen die op deze afdeling lagen werden behandeld voor soa’s. Onderscheid tussen verschillende geslachtsziekten werd nauwelijks gemaakt en daarom werden ze geschaard onder deze parapluterm.
Soa’s waarbij de symptomen huiduitslag en infecties waren, werden op dezelfde afdelingen behandeld als andere ziektes met deze aandoeningen.
In plaats van de ziekte zelf werden voornamelijk de symptomen behandeld, zoals uitslag of zweren. Dit kwam doordat de symptomen werden gezien als de bron van de ziekte. Met de komst van meer medische kennis kwam het besef dat de kern van het probleem lag in de ziekte zelf en niet in de specifieke symptomen. Of Johanna ditmaal en de keer ervoor voor een soa behandeld werd, weten we niet zeker, maar de kans is groot dat ze op enig moment in haar leven geïnfecteerd is geraakt.
“Van maatregelen tegen de mannen der ontucht, die de venerische ziekten van de ene plaats naar de andere slepen, hoort men nergens een woord.” Zo klonk het in de sociaaldemocratische krant Recht voor allen. Hier wordt pijnlijk duidelijk dat geslachtsziekten, voornamelijk syfilis, een groot gevaar waren voor prostituées.
Bij syfilis heeft de patiënt eerst weinig tot geen verschijnselen. Langzaam verschijnt een jeukende uitslag. In het laatste stadium van de ziekte komen verschillende symptomen voor. Zo is bekend dat geïnfecteerde mensen last hadden van spierafbraak, haaruitval, blindheid en dementie (hoewel deze verschijnselen ook kunnen zijn ontstaan door bijwerkingen van de behandelmethoden, maar daarover later meer). Syfilis zorgt in het laatste stadium voor ernstige schade aan de hersenen. De ziekte kwam veel voor onder sekswerkers en hun klanten.
Voor Johanna moet het een angstige realiteit zijn geweest. Genezing was zeldzaam en daarop kwam nog het taboe op een bestaan als publieke vrouw. Daarover hieronder meer.