Zorg(elijk)
- Patiëntenregister
De omstandigheden in het Binnengasthuis zouden wel eens heel anders kunnen zijn dan wat je verwacht van een ziekenhuis.
De misstanden die hier gebeurden zijn meermaals aangekaart door het bestuur van het gasthuis aan het gemeentebestuur van Amsterdam. Een serieus probleem was het drankgebruik van het zorg- en dienstpersoneel. De hoogleraren van het gasthuis klaagden regelmatig over misbruik van sterke alcoholische dranken. Daarnaast kwam het personeel van de mannen- en vrouwenafdeling ’s avonds nog wel eens bij elkaar om luidruchtig te drinken, wat een hoop overlast veroorzaakte.
Een andere misstand die uiteindelijk werd verboden was de illegale verkoop van brood, vlees en warme dranken als koffie en thee aan de zieken door het dienstpersoneel. De lonen waren laag waardoor dit voor het personeel waarschijnlijk een manier was om extra inkomsten te genereren. Een verbod hierop zorgde echter niet voor een verbetering voor de patiënten. In 1882 werd er door het bestuur over geklaagd dat de uitdeling van warme dranken aan de zieken soms amper gebeurde. De drankjes werden in het midden van de zalen op een grote tafel gezet en de zieken moesten die dan zelf pakken. Degenen die hier niet toe in staat waren hadden pech.
Het doel van het personeel was om de zieken te helpen en te verzorgen, niet om aan ze te verdienen. Toch was het voor de gasthuizen lastig om beter personeel te krijgen. Dit kwam doordat het werken in de gasthuizen laag stond aangeschreven en voor veel dienstbodes werd gezien als een laatste optie. Op 11 oktober 1882 kwam uit een grootschalig onderzoek naar de werkomstandigheden in het Binnengasthuis naar voren dat de werkomstandigheden erbarmelijk waren. De arbeidstijden waren erg lang waardoor men korte nachten overhield om te slapen. Wanneer er te weinig personeel dienst deed, sliep men soms slechts een paar uur. Het voedsel was slecht, de lonen laag, de slaapvertrekken waren ’s zomers te heet en ’s winters te koud. Er waren slechte meubels wat zorgde voor een gebrekkige comfort. Daarnaast was er geen duidelijke scheiding tussen de huishoudelijke taken en de zorg voor de zieken. Hierdoor moest het zorgpersoneel ook schoonmaken. Mensen uit hogere sociale kringen met meer kennis over ziekenverzorging gingen hierdoor minder snel werken bij het Binnengasthuis.
Er waren in 1860 al ideeën om de omstandigheden te verbeteren door de huishoudelijke en verzorgende taken binnen het gasthuis duidelijk te scheiden en gespecialiseerd personeel aan te nemen. Zo moest de werkdruk omlaag brengen en ervoor zorgen dat er meer aandacht en tijd over zou zijn voor de zorg van de zieken. Daarnaast was het plan om hogere lonen aan te bieden om zo personeel uit de hogere klassen te werven. Deze ideeën werden echter afgewezen waardoor er weinig verandering plaatsvond in de periode dat Johanna in het Binnengasthuis heeft gelegen.