Opgroeien in Stonetown
Laten we het verhaal beginnen met de zin uit 1001 nacht: ‘Lang, lang geleden, in een land hier ver vandaan, werd er een prinses geboren. Salme bint Sa’id ibn Sultan was haar naam!’
Deze intrigerende foto van Salme, gekleed in traditionele kleding uit Zanzibar, is gemaakt in Hamburg rond 1868 en niet in Zanzibar. De originele negentiende-eeuwse albumine print, goud gelaagd in een zilverlaag, van Prinses Salme is te vinden bij de ingang van de bibliotheek van het NINO in de originele houten lijst sinds de kast hierheen verplaatst werd in 1990.
Salme werd geboren in een koninklijke familie in 1844 als dochter van de heerser van Oman en Zanzibar, Sultan Sa’id bin Sultan al-Busaid (1791-1856) en zijn Circassische slavin Jilfidan. Ze was voorbestemd haar leven door te brengen in een harem in Stonetown totdat haar lot veranderde in haar vroege tienerjaren. Als dapper en avontuurlijk meisje raakte ze betrokken bij politieke intriges tussen haar broers na het overlijden van haar vader in 1856, wat haar positie in de familie bemoeilijkte. De uiteindelijke breuk met traditie kwam in 1865, toen ze de Duitse handelaar Heinrich Rudolph Ruete (1839-1870) ontmoette, die deel was van de buitenlandse diplomatieke en handelsgemeenschap in Stonetown. Ze werd zwanger en moest in het geheim met hem trouwen en weglopen in 1866 om aan de woede van haar familie te ontkomen.
In Aden bekeerde ze zich tot het christendom en werd ze Emily Ruete. Ze woonde in Hamburg met haar man en drie overlevende kinderen, Antonie (1868), Said (later Rudolph Said-Ruete genoemd, 1869) en Rosalie (1870), totdat het noodlot toesloeg en Heinrich in 1870 omkwam bij een bizar tramongeluk. Hierna werd het leven van de kleine familie tragisch en bewogen. Armoede en het feit dat ze zich alleen moesten redden in de patriarchale en bevooroordeelde samenleving van het Duitsland van de negentiende eeuw zorgde ervoor dat ze vaak voor korte of lange tijd moesten verhuizen tussen verschillende steden in Duitsland en daarbuiten (bijvoorbeeld Keulen, Rudolstadt, Berlijn, Jaffa, en Beirut). Salme’s pogingen om het bij te leggen met haar familie in Zanzibar waren weinig succesvol, hoewel ze Zanzibar wel twee keer bezocht: in 1885, met behulp van Bismarck, die tevergeefs Salme en Rudolph probeerde te gebruiken als pion in de Duitse Oost-Afrikaanse politiek, en in 1888. Salme overleed in Jena en werd in 1924 begraven in Hamburg.
Als een echte heldin leefde ze haar leven als een buitenstaander, alleen en als enige kostwinner voor haar familie, verdeeld tussen Islam en Christendom en tussen verschillende landen. In haar nagedachtenis is er in Zanzibar een klein museum opgericht (het Princess Salme Museum at Emerson on Hurumzi) en een erfgoedwandeling langs alle plekken waar zij een connectie mee heeft in Stonetown.