Een halve ketting
Om de nek van de man is een sjebioe-ketting te zien, bestaand uit twee rijen lensvormige kralen. Dergelijke kettingen werden in het Egyptische Nieuwe Rijk (ca. 1539-1077 v.Chr.) gedragen door koningen en hoge ambtenaren als symbool van hun hoge sociale status. Echte exemplaren die zijn teruggevonden hadden kralen gemaakt van goud en faïence. Ze werden in koninklijke werkplaatsen gemaakt en aan hoge ambtenaren geschonken uit waardering voor hun diensten.
De kralen in de ketting op het reliëf zijn te klein. Bovendien hebben ze niet allemaal dezelfde vorm. De moderne beeldhouwer ging in de fout door de onderste rij kralen kleiner te maken dan de bovenste. De ketting is alleen aan de linkerhelft van het lichaam te zien en verdwijnt aan de rechterkant.
Er zijn authentieke oud-Egyptische reliëfs waarin de pruik een deel van ketting bedekt, maar waarbij de ketting meestal toch aan beide zijden van de uitloper van te pruik te zien is (zie de laatste toegevoegde afbeelding). In dit moderne reliëf is de pruik net niet lang genoeg om de ketting te bedekken, maar toch loopt de ketting niet door. Bovendien raffelde de vervalser de laatste kralen in de onderste rij af, waardoor de kralen die tegen de pruik aan zitten veel te klein zijn.
Dat ook deze pruik een afwijkende vorm heeft, wordt in de volgende stap besproken.