Mantsjoe eerst, Chinees daarna
Het waren de Mantsjoes die in de laatste drie eeuwen van het Chinese keizerrijk (1644-1912) de dienst uitmaakten . Zij zaten op de drakentroon in de Verboden Stad. De draak stond symbool voor het keizerlijke mandaat. Het was niet zomaar een draak: het was er eentje met vijf klauwen, zoals je op de sierrand van dit biljet kunt zien.
De draak - en alles wat blauw is op dit biljet - werd in één keer in het papier gedrukt. Groepen werknemers verdeelden een groot vel papier over meerdere drukblokken en produceerden zo de basisvorm van een biljet. Een team van acht man beschreef vervolgens de biljetten, voegde de zegels toe en overzag het drukproces.
Onder de draak zien we van links naar rechts twee regels in de destijds belangrijkste hoftaal: het Mantsjoe. Deze taal is nauw verwant aan Mongoolse en Turkse talen. Niet gek dus om eerst Mantsjoe boven aan dit biljet te zetten, zo pal voor het Chinees. Naast een statement was de toevoeging van Mantsjoe ook een extra beveiliging.