Laten we erover praten
Er rust een groot taboe op het aangeven van grenzen en het bespreken van seksueel overschrijdend gedrag. ‘Nee’ wordt opgevat als ongezellig, onaardig of als een uitnodiging voor een flirt-spel. Wanneer is nee echt nee? Het aangeven van grenzen en het respecteren van grenzen begint bij de bewustwording. Studentenverenigingen, clubs waar studenten komen en bovenal de universiteiten hebben hier een groot aandeel in. Studenten weten niet wat ze moeten doen of waar ze terecht kunnen wanneer zij te maken krijgen met seksueel geweld. Dat is erg problematisch, want niet alleen de seksuele handeling zelf, maar ook de nasleep kan traumatisch zijn. Zo kunnen er angsten ontstaan. Lag het aan mij? Wat had ik anders kunnen doen? Universiteiten hebben vertrouwenspersonen in dienst, bij hen kunnen meldingen van seksueel geweld gedaan worden. Veel studenten hebben hier geen weet van.
Studentenorganisaties kunnen ook een groter aandeel leveren. Aan het begin van het collegejaar zijn er introductieweken waarin tijd besteed kan worden aan het onderwerp seksueel geweld, in Leiden heet deze week de EL CID. Tijdens deze introductieweek leren eerstejaarsstudenten de stad, de universiteit en het studentenleven kennen. Na deze introductieweek hebben eerstejaarsstudenten een introductieweek van hun studie. Alle eerstejaarsstudenten krijgen per mentorklas naast een mentor ook studentmentoren die ze op weg helpen. Deze introductieweken bieden genoeg ruimte voor het bespreken van seksueel geweld tijdens het studentenleven. Vooral de eerstejaars kunnen snel overweldigd worden door al wat het studentenleven te bieden heeft. Een basis waarin zij een duidelijk beeld krijgen van wat grenzen zijn en hoe deze te waarborgen is voor hen van groot belang. Alleen door de bewustwording te vergroten zullen studenten meer nadenken bij het uitvoeren van seksuele handelingen.