Met Athene aan het weven
De illustratie afgebeeld op de reclamedoek bestaat uit twee delen. Het linkse emblema stelt hoogstwaarschijnlijk de Grieks-Romeinse godin Athene voor achter een weefgetouw. De legende vertelt in onder andere Ovidius' Metamorfosen dat Arachne subliem kon spinnen en weven aangezien zij les had gekregen van de godin Athene in hoogst eigen persoon. Zelf ontkende Arachne dit, waardoor Athene haar een les in nederigheid wilde leren. Athene vermomde zich als een oude dame die Arachne probeerde over te halen de godin Athene om vergiffenis te vragen voor haar hoogmoed. Opnieuw wilde Arachne niet gehoorzamen. Athene toonde zich in haar ware gedaante en daagde Arachne uit voor een weefwedstrijd. Arachne won deze, wat haar voormalige leermeester niet kon verdragen. Athene scheurde het weefsel van Arachne in flarden. Uit angst voor de woede en de straf van Athene verhing Arachne zich. Athene kreeg hierop medelijden met haar voormalige leerling. Ze wekte Arachne terug tot leven maar veranderde haar in een spin. Arachne zou vanaf dan heel haar leven aan een draad blijven hangen, maar haar weefkunsten zou ze altijd kunnen blijven uitvoeren.
Terugkerende naar het emblema op de reclamedoek kan de vraag gesteld worden waarom hier expliciet de godin Athene achter het weefgetouw wordt afgebeeld. Vanuit de kunstgeschiedenis wordt voornamelijk Arachne afgebeeld achter het weefgetouw met in de buurt een woedende Athene (fig. 22). Dat het hier waarschijnlijk om de godin van de oorlog, kunst en wijsheid zelf gaat, is te herkennen aan haar attributen die bestaan uit een helm en een harnas met achter haar een object dat doet denken aan een rond schild. Een mogelijke interpretatie voor de keuze voor deze iconografie is dat Athene als leermeester en expert afgebeeld wordt, net zoals De Leidsche Katoenmaatschappij zichzelf voorstelt als expert in het vak sinds 1756.
Dit wordt ook nog eens benadrukt in de spreuk rondom het emblema. De nijverheid voorgesteld in de illustratie is voorzien van volgende spreuk: ‘Dat Konst-fabrieken weer in volle luister staan, En dus met Neering en Hanteering t’zamen gaan.’ Vertaald naar het hedendaagse Nederlands betekent dit: ‘Als de kunstfabrieken weer in volle glorie mogen produceren, dan zullen geld en arbeid samenlopen’.
De keuze voor deze antieke weergave van deze stiel duidt waarschijnlijk op de lange geschiedenis die de weefkunst kent. De cherubijntjes, de kinderlijke engeltjes, zijn eveneens een verwijzing naar hoe men in de renaissance een beeld had over de Antieke Oudheid.