Met gebloemde katoentjes de huiskamer verbloemen
Het hebben van textiel, en in grote mate gekleurd 'bont' textiel, was tot in de negentiende eeuw een teken van grote luxe. Textiel werd hiervoor niet enkel gebruikt voor kleren, maar eveneens voor het aankleden van het interieur. De Industriële revolutie kwam tot stand binnen de textielindustrie waarbij eerst in Engeland en daarna in België de textielfabrieken als paddenstoelen uit de grond schoten. Een aanzienlijk deel binnen deze industrie was gebaseerd op het machinaal weven van katoen. Dit werd geteeld en verbouwd door tot slaafgemaakte arbeiders en later door koelies, ongeschoolde arbeiders voor zwaar handwerk afkomstig uit Azië, in de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. In Europa werd de katoen vervolgens gesponnen en geweven, en later in de negentiende eeuw machinaal bedrukt.
Deze industrialisatie van het katoenweven en katoendrukken zorgde voor een drastische democratisering van de prijzen van textiel en bedrukt textiel voor de economische middenklasse in Europa. Met de kennis die ontwikkeld werd om op grote schaal bedrukt textiel te produceren, ontstond een oneindige hoeveelheid aan mogelijkheden om de voordien zo dure geweven zijden stoffen of de in India geproduceerde sitsen in Europa te reproduceren. Deze democratisering van de prijzen zorgde ervoor dat vanaf die tijd ook woningen van de sociale en economische middenklasse letterlijk konden worden ‘aangekleed’. Pianokleedjes en gordijnen zijn een paar van de voorbeelden die genoemd worden op de reclamedoek. Dat bedrukt textiel steeds dominanter het interieur van Nederlandse en Europese woningen begon te beïnvloeden, is onder andere te zien op de afbeelding van een typisch Nederlandse bedstede (fig. 1).
Tot aan het begin van de twintigste eeuw waren deze bedsteden alomtegenwoordig in de Nederlandse boerderijen en andere middenstandswoningen. Dat de bedrukte katoentjes zelfs onderdeel werden van de aankleding ervan toont aan hoe vanzelfsprekend het was om kleur en leven te geven aan een interieur door middel van deze in Nederland vervaardigde katoenen stofjes.
De Nederlandse katoendrukkerijen focusten zich niet enkel op een Nederlandse afzetmarkt. Hun katoenprints werden eveneens gebruikt om bijvoorbeeld Indonesische batikmotieven na te bootsen, om deze vervolgens te exporteren naar het huidige Indonesië. Deze ‘exotische’ motieven beïnvloedden eveneens het interieur van verschillende Nederlandse woningen. Op afbeelding 2 is te zien hoe de linkermuur van een Nederlandse woonkamer behangen of bedekt is met een bedrukte doek waarvan het motief is gebaseerd op een batikmotief. Later in dit verhaal zullen we hierop verder ingaan.