Verven: Kleur communiceren
Hoewel Driessen Nederlands was, waren zijn bijschriften bij de illustraties in het Engels. Zo strekte de communicatie zich uit tussen de verschillende rijken om technieken en ideeën vanuit de koloniën te delen met de wetenschap en handelswereld.
De Cocheneal, of ook wel de cochenilleluis, is een kostbaar insect dat gebruikt wordt voor veel varianten van de kleur rood. Driessen verwijst naar deze verfsoorten in het Latijn en later in het Maleis: coccus cacti en coccus lacca. Geel wordt door Driessen geïdentificeerd als curcuma longa, en in het Maleis als kunir. Hij noemt blauwe verf indigofera tinctoria in het Latijn en in het Maleis nila. Door deze verschillende namen te weten en bij te houden moet het gemakkelijker zijn geweest voor Driessen om de kleuren te recreëren buiten Indonesië.
De wortels van een taal doorgronden is essentieel om interculturele uitwisselingen tussen mensen en hun oorsprong beter te begrijpen. Indonesische benamingen voor rood zoals nopal, amballo of simpelweg ballo, zijn termen die volgens Driessen afkomstig uit China zijn: Tie-dye werd al vanaf de 5e beoefend in China, en de invloed hiervan in 19e-eeuws Java is nog steeds waar te nemen in de vorm van verschillende verfsoorten en dialecten.