Het doek valt
De laatste doek is de voltooide doek. De achtergrondkleur is bijna zwart. De details in het patroon zijn lichtbruin en rood. Het meest opvallend in het motief is de gelige kleur van de schone, ongeverfde lijnen.
De gelige kleur is typisch voor batiks uit de stad Solo. Bij batiks uit Yogyakarta bleven de lijnen juist echt wit. Het geel wordt verkregen door een nabewerking met een soort olie. Of de batik echt gemaakt werd in Solo, durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar het lijkt wel sterk gebaseerd op de maakwijze van daar.
Met deze doek eindigt niet alleen het maakproces, maar ook het verhaal van de LKM. De doeken werden in april 1936 gedoneerd door Louis André Driessen. Het fabricageproces in de fabriek van de Leidsche Katoenmaatschappij was al in 1932 stopgezet. Nadat pogingen om het bedrijf in een of andere vorm voort te zetten mislukt waren, werd tenslotte op de algemene aandeelhoudersvergadering van 28 juli 1936 besloten tot liquidatie. Waarschijnlijk werden er voor de opheffing spullen uit de fabriek gehaald, waaronder deze doeken, om ze een nieuwe bestemming te geven.