Dan is het goed voor te drukken
Het receptenboek ligt open op een van de achterste pagina’s en geeft een blik op het sierlijke handschrift van de schrijver. Het boekje is vol, op elke bladzijde staat iets geschreven, toch zijn de pagina’s redelijk leeg, alsof er meer geluisterd werd dan geschreven. “Dan is het goed voor te Drukken” markeert als laatste zin vele van de ‘recepten’. Al is een recept een wat misleidende term. Het heeft geen opsomming van ingrediënten of stap-voor-stap-instructies wanneer wat moet gebeuren en voor hoe lang, zoals in een kookboek tegenwoordig. Er staan ‘ingrediënten’ in in de vorm van verfstoffen, bind- en oplosmiddelen. Ook instructies als de tijdsduur in uren of minuten en soms enkele stappen wanneer er bijvoorbeeld wel geroerd mag worden, “daer wel in roeren”. Maar het zijn geen recepten die je kunt volgen. Het zijn notities bij een handeling die voor de schrijver bekend zijn. Naarmate de pagina’s vullen, en dus tijd verstrekt, worden deze notities meer en meer summier en lijkt een ‘tongval’ meer en meer aanwezig. Uren worden ‘hueren’, Franse woorden sluipen erin en andere woorden zijn pas duidelijk bij hardop lezen, zoals “Couleur voor den apsarbaen”, waarvan ik denk dat het ‘Kleur voor het absorberen’ is.
Wanneer was het recept eigenlijk goed voor te drukken en wie vond dat? Voor in het boek staat naast de stempel van Louis André Driessen ook in potlood een verwijzing naar de mogelijke schrijver van dit boek.