Stap 1 van 6

Kaarsen: “thuiskomen”

Het aansteken van een votiefkaars - Foto Wilke Geurds

Het aansteken van een votiefkaars - Foto Wilke Geurds

Als we de serene stilteruimte naderen, valt ons oog meteen op twee metalen kaarsentafels met votiefkaarsen. Deze gebedskaarsen nemen een centrale rol in deze ruimte in, maar illustreren ook het ontstaan van deze plek van rust. De initiatiefnemers, het echtpaar Truus en Kees, kregen het idee op hun bedevaart: “In elke kerk die we bezochten, staken we een kaarsje aan”. Dat voelde als “thuiskomen”. Eenmaal weer thuis verlangden en ontwikkelden ze langzaam deze stilteplek. “Voor al die mensen”, net als zij toen, “die onderweg zijn”.

Omwonenden en voorbijgangers hebben volgens de initiatiefnemers deze votiefkaarsen aangestoken om overleden dierbaren te herdenken of om troost en steun te vinden gedurende een moeilijke periode. Hoewel deze praktijk in het verleden vaak werd geassocieerd met alleen rooms-katholieke kerken, hebben nu ook veel protestantse kerken dit ritueel omarmd. Mensen van allerlei snit, gelovigen en niet-gelovigen, komen om een kaarsje aan te steken en om stil te zijn.