Stap 1 van 4

Kaarsjes en de kerk

Fotografie Wilke Geurds

Fotografie Wilke Geurds

Dit is Eliza Oudshoorn. Ze is vrijwilligster bij de Heilige Lodewijkkerk in Leiden. Deze kerk, gelegen op de Steenschuur, lijkt bijna een verborgen parel. Door de witte muren en vrij sobere inrichting straalt de kerk een enorme rust uit. Dit wordt geaccentueerd door het prachtige altaar aan de voorkant van de kerk en de wat sobere heiligenbeelden achter in de kerk. Het is op die plek dat er enkele gebedskaartjes branden. Deze traditie is al eeuwenoud.

De heilige Hiëronymus was de eerste die over deze traditie schreef, toen hij in 420 in zijn Contra Vigilantium stelde dat er al sinds het jaar 200 kaarsjes werden gebrand bij de tombes van heiligen en martelaars. Volgens Hiëronymus ontwikkelde deze traditie zich in de loop van de eeuwen en werden er later ook kaarsjes bij heiligenbeelden en relieken afgestoken. De beroemde kerkvader zag geen kwaad in dergelijke heiligenverering, zolang zij maar niet uitgevoerd werden voor heidense afgodsbeelden. Hiermee werd het kaarsjes branden officieel toegestaan in de christelijke traditie.

Door de tijd heen bleef het branden van kaarsjes zeer populair. Kaarsjes worden dagelijks over de hele wereld in grote getallen aangestoken in katholieke (en tegenwoordig ook steeds vaker protestantse) kerken en kapellen om iets te vieren, God te danken of stil te staan bij degene die het het hardst nodig hebben of juist overleden zijn. Zo brandt ook Eliza vaak een kaarsje voor degene in haar leven bij wie zij even wil stil staan.