Oefenzinnetjes voor Napoleon
Voorjaar 1806 keerde Bilderdijk terug in Nederland. Van het gedroomde professoraat kwam niets terecht en een andere betrekking kreeg hij evenmin. De kansen keerden echter toen enkele maanden later keizer Napoleon zijn jongere broer Lodewijk tot Koning van Holland benoemde. De Franse cultuur kende een rijke en werkelijk vorstelijke traditie van mecenaat – dit in tegenstelling tot de krenterige steun van de Oranjes aan kunsten en wetenschappen. Koning Lodewijk gaf de verpauperde dichter Bilderdijk dan ook een vast jaargeld en voorzag hem van prestigieuze opdrachten als cultureel adviseur, als vertaler van de Code Pénal (het Franse wetboek van strafrecht) en als zijn privéleraar Nederlands.
Bilderdijk vervaardigde zelf het lesmateriaal voor zijn lessen Nederlands aan de koning. Opvallend is dat hij, anders dan men misschien zou verwachten, veel aandacht aan de gewone spreektaal besteedde, met zinnetjes als: ‘Het regent alle dagen’ – Il pleut tous les jours’. Ook leerde hij Lodewijk typisch Bilderdijkiaanse uitdrukkingen als: ‘Dat tast my de zenuwen aan / Cela m’attaque les nerfs.’ In de marge plaatste hij als een ware schoolmeester plusjes en minnetjes.
Lodewijks verblijf in Nederland was te kort om echt goed Nederlands te leren, en zoals de meeste Fransen bleef hij moeite houden met de uitspraak. Een bekende anekdote is dat hij eens tegenover een groot publiek verklaarde: ‘Iek ben konijn van Olland’, wat voor veel hilariteit zorgde.