Leidse doctorsbul
De juridische faculteit werd in die dagen gedomineerd door Frederik Willem Pestel en Dionysius Godefridus van der Keessel. Bij beide professoren volgde Bilderdijk colleges. Pestel, die ook zijn bul ondertekende, beschouwde hij als zijn leermeester. Op 19 oktober 1782, tussen 11 en 13 uur, verdedigde Bilderdijk zijn dissertatie in het Leidse academiegebouw, uiteraard in het Latijn. Het werk was opgedragen aan zijn vader en bestond uit 105 stellingen.
Volgens Bilderdijk viel de verdediging niet mee, maar had hij desondanks het genoegen met de sterkste opponenten de degens te kruisen. Na afloop hield hij een toespraak tot de aanwezigen, waarmee hij de hoogleraren in verlegenheid bracht, omdat hij hun daarin erg veel lof toezwaaide.
Bilderdijk promoveerde met lof. Het moet een bijzondere dag zijn geweest. ‘Zie daar mij dan Juris Utriusq. Doctor! zie daar eene nieuwe loopbaan voor mij geopend!’, schreef hij twee dagen nadien triomfantelijk. De promotiedag zelf werd besloten met een ‘vrij brillant’ diner, met toasten van vrienden en paranimfen.