Het Nabateese schrift
De Nabatese inscripties zijn geschreven in een dialect van het Aramees, de internationale taal van het Oude Nabije Oosten gedurende de klassieke en late oudheid. De Nabateeërs ontwikkelden hun eigen variant van het Aramese alfabet, dat geschreven wordt van rechts naar links. Hoewel de Nabateeërs Aramees schreven, hebben veel van hun teksten grammaticale eigenschappen van en leenwoorden uit het Arabisch, wat doet vermoeden dat deze taal veel gesproken werd in het Nabatese koninkrijk. Na verloop van tijd werd het Nabatese schrift ook gebruikt om teksten in het Arabisch te schrijven. Dit schrift is doorontwikkeld tot de tussenvorm die we Nabatees-Arabisch noemen (4de-5de eeuw n.C.), en uiteindelijk tot het huidige Arabisch in de 6e eeuw n.C., dat zich vervolgens razendsnel verspreidde door de opkomst van de Islam. Als we de tekst omzetten naar het Latijnse alfabet (transliteratie), staat er ʔLHT ḤYN BR NYBT. Door de lettertekens met elkaar te vergelijken, kan je zien dat het Nabatese schrift nog steeds lijkt op het eerdere Aramese schrift dat grotendeels onveranderlijk gebruikt werd voor het Hebreeuws. Ter vergelijking zouden we deze tekst in het Hebreeuws opschrijven als אלהת חין בר ניבת. Sommige lettervormen, zeker degene die verbonden zijn aan de volgende letter op links, lijken al op het latere Arabische schrift. Onze tekst zou er in het Arabisch uitzien als إلهت حين بر نيبت. Maar wat betekent de tekst?