De doden weergeven
Hier kijken we in de ogen van de jongen voor wie deze grafsteen is opgericht. Hij was niet ouder dan vijftien toen hij overleed. Laten we eerst de tijd nemen om te zien hoe hij is afgebeeld voordat we de grafinscriptie eronder bekijken. Het reliëf beslaat ongeveer de helft van de steen. In een oude catalogus staat de volgende beschrijving van museumdirecteur Leemans: “Grafsteen van boven spits bijgehouwen. In eene soort van nis staat het zeer ruw bewerkte beeld van eenen jongeling, die in de linkerhand ééne rol op de hoogte van de borst, de regterhand een weinig lager vóór het lichaam houdt; gekleed in eenen ruimen rok met lange mouwen, daarover eenen mantel als het beeld op n.1. Boven de nis eene halve maan.”
Het is niet geheel duidelijk wat voor rol hij in zijn hand houdt. Is het een boekrol? Zou dit aan de toeschouwer moeten tonen dat hij kon lezen en schrijven? Met “n.1” duidt Leemans op een andere grafsteen uit het Romeinse Africa in de museumcollectie (fig. 1). De afgebeelde vrouw draagt een soortgelijke mantel als de jongen op onze grafsteen.
Leemans zegt niets over het bovenste of onderste gedeelte van de figuur. Duidelijk te zien zijndDe dikke vlechten van de jongen, die lijken op de haarstijl van de vrouw op de grafsteen uit Béja (fig. 1). Aan de onderkant van de figuur zien we dat zijn voeten beschadigd zijn. Waarschijnlijk staken zijn voeten oorspronkelijk uit en zijn ze in de loop van de tijd afgebroken.
De spitse bovenkant komt veel voor bij Punische grafstenen (zie fig. 2 en fig. 3).
Het is niet duidelijk wat het symbool op onze grafsteen zou moeten betekenen. Is het een eerbewijs aan de godin Tanit? Is het symbool gebruikt omdat de godin werd geassocieerd met de dood van kinderen? Is het wellicht een oproep aan de goden van de zon en de maan? We weten het niet.
Laten we nu een blik werpen op de inscriptie.