Dubbel A voor Pamedoenacht
Laten we verder gaan naar de regel voor dag elf. Daar zien we het merkteken van een arbeider genaamd Pamedoenacht. Het teken lijkt enigszins op twee aan elkaar geschreven A-tekens. Pamedoenacht betekent ‘het-sterke-woord’, best een mondvol. Dat is misschien de reden dat zijn collega’s hem Pasen, ‘de-broer’, noemde. Merkwaardig genoeg is het merkteken van deze man niet gerelateerd aan de manier waarop zijn naam of bijnaam in het hiëroglifisch of hiëratisch geschreven zijn. Sterker nog, het is een geometrische vorm die niet eens in het hiëroglifisch of hiëratisch voorkomt. We weten niet of het een specifieke betekenis had, maar het is wel zeker dat dit teken gebruikt werd door arbeiders die voor Pamedoenacht leefden. We weten ook dat sommige merktekens overdraagbaar waren van de ene generatie op de andere. Het zou dus kunnen dat Pamedoenacht zijn merkteken heeft geërfd van een ouder familielid.
We begrijpen nu bijna alle tekens op het ostrakon, maar er is nog een laatste soort tekens dat uitleg nodig heeft. Hiervoor keren we in de volgende stap terug naar de regel van dag tien.