Vind je dat ik er oud uitzie?
Er is iets vreemds aan de hand met onze cilinder. Om te begrijpen wat, wil ik je voorstellen aan twee mensen. In Fig. 2 zie je iemand genaamd Gudea, in Fig. 3 Assurbanipal. Gudea leefde zo’n 1500 jaar eerder dan Assurbanipal, en de twee mannen spraken compleet verschillende talen. Toch zijn hun inscripties geschreven in hetzelfde schrift. Door de twee met elkaar te vergelijken kun je de ontwikkeling zien die het spijkerschrift gedurende vele eeuwen heeft doorgemaakt.
Als we nu onze cilinder bekijken, zien we dat het schrift past in de tijd van Gudea. De tekens zijn vrij complex, en aangezien het object rechtop hoort te staan is de schrijfrichting verticaal, wat de oude manier van schrijven is. Maar schijn bedriegt: deze cilinder is jonger dan Assurbanipal! De schrijver heeft de tekst geschreven in een stijl van schrift die in de tijd van Nebukadnezar al eeuwenoud was.
Wat je hier ziet is iets wat we vandaag de dag nog steeds doen. Wanneer wij een inscriptie in Romeinse stijl aanbrengen op een van onze gebouwen of monumenten, doen we in principe hetzelfde als wat deze schrijver 2500 jaar geleden deed. Net als wij waren de Mesopotamiërs zich bewust van de geschiedenis van hun cultuur, en ze hielden de tradities van hun voorouders in leven.