Nepformosaans
Psalmanazar was zich er terdege van bewust dat de Engelsen in de vroege achttiende eeuw relatief weinig over Formosa wisten, en deed hier slim zijn voordeel mee. Het betekende niet alleen dat zijn verhalen moeilijk te weerleggen waren, maar gaf hem ook de mogelijkheid ze buitensporig te maken - hij zou later in zijn memoires schrijven dat hij wilde dat zijn verhalen ‘geheel nieuw en verrassend’ zouden zijn.
Om zijn sterke verhalen over kannibalisme en kinderoffers geloofwaardiger te maken, presenteerde Psalmanazar An Historical and Geographical Description of Formosa nadrukkelijk als een wetenschappelijke verhandeling. Het boek volgt veel van de wetenschappelijke conventies van die tijd, zoals het opnemen van een alfabettabel.
Deze tabel beschrijft de door Psalmanazar bedachte Formosaanse taal, die vanaf het begin van zijn bedrog onderdeel was geweest van zijn retorische strategie. Kort na zijn aankomst in Londen had hij een vroege versie van de tabel, evenals een Formosaanse vertaling van het Onze Vader, gepresenteerd aan de Bisschop van Londen. Beide zijn nog steeds te vinden in de collectie van Lambeth Palace.