Een groter geheel

De vlecht die hier gepresenteerd wordt is onderdeel van een grotere set van items die De Groot meenam in 1896. De complete set bestaat uit een gewaad, een hoed, een riem en laarzen. De Groot nam de complete Mandarijnenoutfit mee naar Nederland.

Het is moeilijk om de kleren naar een persoon terug te koppelen. Misschien had De Groot de kleding van een officier kunnen bemachtigen, of misschien is het een replica die gebruikt werd voor toneelstukken.

Het zou ook kunnen dat degenen die terugkeerden uit het buitenland, zoals diplomaten die aan het hof van de Qing dienden, wellicht vergelijkbare sets hebben gedragen. Lu Zhenxiang (1871-1949) bijvoorbeeld, diende als diplomaat in Europa en beschreef zijn ervaringen rondom zijn terugkeer naar het Qing-hof:

Twee jaar later, toen ik terugkeerde naar China, stopte ik in plaats van meteen in Peking eerst in Tien-Tsin en informeerde vanuit daar de Minister van Buitenlandse zaken van het feit dat ik zes maanden in die stad moest blijven voordat ik mezelf in de hoofdstad kon vertonen, omdat ik mijn vlecht af had af moeten knippen en ik die tijd nodig had om hem weer aan te laten groeien. De Minister antwoordde daarop dat hij me toestemming gaf om mezelf aan het Departement te presenteren zonder de vlecht te dragen, maar dat hij me wel vroeg om bij mijn enige twee bezoeken, die aan de Prinsregent en die aan de Eerste Minister, Prins K’ing, een nepvlecht te dragen. Met de principekwestie uit de weg drong ik niet verder aan, en bij die twee bezoeken gaf ik mezelf vrijwillig over aan wat niet meer dan een formaliteit was.Lou Tseng-Tsiang, Mijn Roeping: Herinneringen en Gedachten (Amsterdam: De Kinkhoren, 1946).

Het uniform dat De Groot meenam was echter niet dat van een diplomaat. Wat we bij deze outfit kunnen zien is de rang waar het voor bedoeld is. Het design in het midden van deze overjas toont de rang van zijn drager.Susan Michelle Dine, https://exchange.umma.umich.edu/resources/26228 In dit geval lijkt het het meest op een ‘grote reiger’. De reiger werd gebruikt voor een zesde rank, een burgerofficier.

En hoe zit het dan met de staart? Een staart was zeker onderdeel van de dracht uit die tijd, en deze werd misschien samen verkocht met de outfit. Misschien had De Groot zijn best gedaan om een nepvlecht te bemachtigen. Wie zal het zeggen?