De oogprotheses in deze doos zijn van F. Ad. Müller en Söhne, een instituut voor oogprotheses, opgericht in 1860.Petra Showenhower, "Het Glazen Oog van de Meester," Trouw, 26 april 2013, https://www.trouw.nl/nieuws/het-glazen-oog-van-de-meester~b9db8d6c/.
Hoewel dit instituut al ruim 160 jaar bestaat, was het bij lange na niet de eerste maker van oogprotheses. Kunstogen worden al duizenden jaren gemaakt. Het oudst overgeleverde geval is afkomstig van een vrouw uit Iran van rond het jaar 2900–2800 v.C.(foto 1) Dit kunstoog is gemaakt van bitumen pasta en een dunne laag gegraveerd goud en werd door haar gedragen met een gouden draad om het hoofd, bovenop de oogkas. Deze vorm van uitwendige oogprothese wordt een ekblepharon genoemd. Ook de Egyptenaren en Romeinen maakten dit type kunstogen rond de 5e eeuw v.C. uit beschilderde klei en zij bonden deze om het hoofd met repen doek.Keith Pine, Brian H. Sloan and Robert J. Jacobs, Clinical Ocular prostethics, 1st ed. (Cham: Springer 2015), 295.
Door de afwezigheid van geschriften en objecten weten we niet goed wat er na deze tijd gebeurde op het gebied van oogprotheses. De volgende oogprothese waar we de herkomst van weten, dateert pas uit de 16e eeuw, wanneer van de Franse arts Ambroise Paré illustraties geplaatst worden van zijn ekblepharon in het boek Les Oeuvres d’Ambroise.(foto 2)Keith Pine, Brian H. Sloan and Robert J. Jacobs, Clinical Ocular prostethics, 1st ed. (Cham: Springer 2015), 287. Deze prothese bestond uit een oog, compleet met oogleden en wimpers, en werd door middel van een leer omwikkelde metalen staaf om het hoofd gebogen.Polina Llieva, ‘Upcoming Lecture & Exhibit: History, Science and Art of Ocular Prosthetics,’ Brought to Light, 25 April 2015, https://broughttolight.ucsf.edu/2015/04/24/1751/. Ook is hij de eerst bekende persoon die protheses voor in de oogkas aanraadde; dit type prothese wordt hypoblephara genoemd. En hoewel er wel oudere gevallen van dit type oogprothese zijn gevonden, is de herkomst daarvan helaas onbekend. De Franse kunstogen werden door goudsmeden gemaakt van geëmailleerd goud en zilver en hoewel erg mooi, werden ze snel dof en stootten traanvocht af.Neil Handley, "Artificial Eyes and the Artificialization of the Human Face," in Devices and Designs Medical Technologies in Historical Perspective, eds. Carsten Timmermann, Julie Anderson (London: Palgrave Macmillan, 2006), 100- 101.
De Fransen werden snel uitgedaagd door competitie vanuit Venetië en later in de 17e eeuw ook Augsburg. Daar produceerden ze glazen oogprotheses, die gemaakt werden door glasblazers. Deze waren realistischer, bleven langer mooi en reageerden niet met traanvocht. Helaas waren ze ook dun en fragiel, waardoor ze oncomfortabel te dragen waren.Keith Pine, Brian H. Sloan and Robert J. Jacobs, Clinical Ocular prostethics, 1st ed. (Cham: Springer 2015), 287.
Aan het einde van de 18e eeuw veranderde Parijs in het centrum voor kunstogen. De geëmailleerde, gouden ogen werden nu gemaakt met een mix van silicium, kalium, lood en tin.Keith Pine, Brian H. Sloan and Robert J. Jacobs, Clinical Ocular prostethics, 1st ed. (Cham: Springer 2015), 290-295. Deze ogen waren echter vrij duur en het materiaal zorgde nog steeds voor problemen met dofheid en traanvocht.Neil Handley, "Artificial Eyes and the Artificialization of the Human Face," in Devices and Designs
Medical Technologies in Historical Perspective, eds. Carsten Timmermann, Julie Anderson (London: Palgrave Macmillan, 2006), 100- 101.
Oogprotheses werden dus door de geschiedenis heen volop gemaakt, maar er viel nog veel winst te behalen op het gebied van comfort en prijs. Gelukkig bedacht in de 19e eeuw ene Ludwig Müller-Uri daar wat op. Deze Duitse glasblazer vervaardigde de eerste oogprothese van kryolietglas.Keith Pine, Brian H. Sloan and Robert J. Jacobs, Clinical Ocular prostethics, 1st ed. (Cham: Springer 2015), 290-295. Dit materiaal was sterker, goedkoper en reageerde niet met het oogvocht. Daarnaast ontwierp hij in 1880, samen met de Utrechtse oogarts Herman Snellen, de ”reform-oogprothese”: dezelfde prothese als te vinden is in deze doos. Deze protheses waren dubbelwandig, dik en sikkelvormig, waardoor ze beter in de oogkas bleven zitten en meedraaiden. Deze glazen ogen waren een zodanige verbetering, dat glazen oogprotheses tot op heden op dezelfde manier worden vervaardigd.Marten Minkema, 'Het oog wil ook wat,' VPRO, 19 december 2017, https://www.vpro.nl/lees/artikelen/2017/het-oog-wil-ook-wat.html.
Wel zijn er sinds 1950 ook kunststof-oogprotheses op de markt bijgekomen.Stéphan de Jong, ‘Oogprotheses,’ ophthalmologia, 24 oktober 2010, https://www.ophthalmologia.be/downloads/BSONT2010-Oogprothesen.pdf. Deze zijn makkelijker in productie en goedkoper, maar ook waterafstotend en minder sprankelend dan glas.Marten Minkema, 'Het oog wil ook wat,' VPRO, 19 december 2017, https://www.vpro.nl/lees/artikelen/2017/het-oog-wil-ook-wat.html.