Stap 4 van 4

Wassen was een vak

Wasvrouwen op de plantage Wolfenbutel bij Paramaribo - Nationaal Museum van Wereldculturen - [TM-60006018](https://hdl.handle.net/20.500.11840/5993)

Wasvrouwen op de plantage Wolfenbutel bij Paramaribo - Nationaal Museum van Wereldculturen - TM-60006018

Wassen was een beroep dat heel fatsoenlijk betaalde. Het stelde vrouwen in staat een huisje en een opleiding voor hun kinderen te financieren. Wasvrouwen vormden een hele ondernemerswereld. Een dame kreeg de opdrachten binnen, die ze onderverdeelde binnen haar kring. De wasvrouwen waren gespecialiseerd, dus de broeken gingen naar de broekenvrouw, de overhemden naar de hemdenvrouw, het beddengoed naar de lakenvrouw, enzovoort. Berucht waren de boten met vuil wasgoed uit Europa (!): als die aankwamen in Trinidad, stonden de mensen op de kade hun neus dicht te knijpen. Bedenk maar hoe dat geroken moet hebben, na een maandenlange zeereis.

Wasvrouwen hebben door alle tijden inventief moeten zijn om hun klanten tevreden te stellen. Vooral in het regenseizoen was het vaak een uitdaging om kledingstukken op tijd droog, gesteven en gestreken te krijgen. Hoofddoeken werden bijvoorbeeld soms gedroogd in de oven, met de deur op een kier, of voor het rooster aan de achterkant van de koelkast, waar de ventilator zijn warmte uitblaast. Het moeilijkst was de traditionele koto, omdat die niet alleen ingewikkeld gedragen werd, maar ook nog heel veel stof bevatte. Menig strijkster heeft, bedolven onder grote lappen, op haar opdrachtgeefster zitten schelden. Maar het resultaat was prachtig. Wasbord en bekken, op het oog een nederig duo. Toch waren ze in hun tijd onmisbaar.