Biotex
In de dagen en weken die volgden werd Mies overspoeld met nieuwe knuffels. Gebakken Eitje was dan nog wel haar lievelingetje - ze hadden samen immers veel meegemaakt en dat dit een nieuwe was, deed er niet toe - maar de eekhoorn en de rode panda die waren toch ook wel heel fijn volgens Mies. Ze stelde ze een voor een aan ons voor toen we voor het eerst bij hun tijdelijke woning langs gingen. Het was een volledig gemeubileerde en gedecoreerde benedenwoning, met tuin.
Opeens zaten ze daar tussen andermans spullen en dat is flink slikken, althans dat vul ik in. Zo vulde iedereen van alles in voor het gezin: wildvreemden startten een crowdfunding, anderen kwamen met spullen aanzetten. Sommigen concludeerden al heel snel dat ze na een woning met een tuin natuurlijk nooit meer terug naar hun bovenwoning zouden willen. Als gezin word je even publiek bezit.
Ook ik vulde van alles in. Ik stelde me voor hoe lastig ik het zou vinden: je huis is opeens onbewoonbaar, maar het staat er nog wel. En je eigen meubels en spullen zijn, hoewel doorrookt ook, nog voorhanden. Opeens zit je tussen andermans spullen in een vreemd huis. Je weet dat je daar dankbaar voor moet zijn en dat ben je ook wel, maar tegelijkertijd is het veel, maar niet van jou. Jouw spullen staan op tien minuten fietsen hiervandaan. Waanzin.
Rookschade is zo heftig dat als je ook maar één doorrookt prulletje in een niet doorrookte ruimte zet je het op reuk zo kunt spotten. Zo kon het dat ik na binnenkomst in hun tijdelijke woning direct rook rook. Het kwam van een paar ansichtkaarten die op een kastje in de hoek lagen. Ik rook ze voor ik ze zag. Buiten in de tuin lag er meer, ook kleding. Anna vertelde ons dat ze die grondig en meermalen weekten in de Biotex. Daarna was het meestal nog steeds vettig en doorrookt, maar dan had je het maar geprobeerd.
Eerst vond ik het gekkenwerk. De verzekering zou ze toch in staat stellen om alles nieuw te kopen? Maar daar gaat het niet om en ik vond mezelf stom dat ik het durfde te denken. Als het mijn spullen zouden zijn die in dat onbewoonbare huis zouden staan, wachtend op de diensten die het steeds maar weer verzaakten om de boel te ruimen, dan zou ik ook steeds weer het geblakerde huis betreden om iets te redden. En voor elk ding dat ik zou redden zou ik vijf decoraties uit mijn tijdelijke woning diep in een kast dauwen. En, laat er geen misverstand over bestaan, het hadden onze spullen kunnen zijn, want wij hadden er zelf gewoond.