Suma na mi?
Ofwel, wie ben ik? Mijn naam is Rachel Gefferie. Ik ben reeds twintig jaar getrouwd met Tjark Doorson. Samen wonen wij sinds vijf jaar in het Verenigd Koninkrijk. Voordat ik hier naartoe verhuisde, woonden we ook al vijf jaar in Sint Maarten. Van origine zijn wij beiden van Afro-Surinaamse afkomst, geboren en getogen in Suriname. Ik ben opgegroeid in Wageningen, een klein pittoresk dorpje in het rijstdistrict Nickerie in Suriname. Wageningen was eens het kloppend hart van de bloeiende rijstindustrie in Suriname. Ik ben opgegroeid temidden van uitgestrekte rijstpolders waar bruisende oogstfeesten worden georganiseerd ter viering van de oogst van fruit en vooral rijst. De paardenparade was een vast onderdeel van de oogstfeesten en zo ook gezellige kermissen.
Op nieuwjaarsdag, om specifiek te zijn nieuwjaarsochtend, had je Long Lady: een optocht van een groep muzikanten die op zelfgemaakte muziekinstrumenten voorbij de huizen liep, al zingend en dansend. Het hoogtepunt van de optocht was een lange houten vrouwelijke pop op stelten, de befaamde Long Lady, en een zelfgemaakte koe van juten zakken en hout. Die moest haar koe voorstellen. Het blijkt een traditie te zijn die overgewaaid is uit Guyana. Nickerie is heel dichtbij Guyana gesitueerd. De Guyanese-Bechan invloeden zijn daarom zeer prominent in Wageningen aanwezig. Onze spraak, het gebruik van bepaalde woorden, typische gewoonten, van alles onderscheidde ons van de andere districten in Suriname. Op mijn vijftiende slaagde ik voor de mulo en verhuisde naar de stad, Paramaribo. En daar begon mijn leven in rap tempo vorm te nemen. Op mijn 24ste trouwde ik met Tjark en op mijn 32ste verhuisden wij samen naar Sint Maarten.
In Sint Maarten heb ik vijf jaren gewerkt als een van de senior maatschappelijk werksters voor het ministerie van Sociale Zaken. Sint Maarten werd algauw mijn tweede thuis. Het was een andere omgeving dan ik gewend was. In Suriname ben je omringd door het machtige Amazoneoerwoud, de open kustvlakte met de mangrovebossen en koele kreken met diepzwart water. In Sint Maarten ben je omringd door de wijde blauwe zee, bergachtig land en langgestrekte stranden bedekt met fijn, wit zand. Nog een bijzonderheid in Sint Maarten is Great Salt Pond. Dit water ligt midden in de hoofdplaats Philipsburg en is een stille getuige van de eens voornaamste inkomstenbron in Sint Maarten, zout. Zout dat dag en nacht werd verwerkt door tot slaaf gemaakte mensen. In Suriname zijn de katoen, koffie, en suikerrietplantages de stille getuigen van een toen erg wrede en mensonterende tijd voor mijn voorouders, de tot slaaf gemaakte Afrikanen.
Met de verhuizing naar Kent, een van de ‘counties’ in Engeland, stapte ik een geheel nieuwe wereld binnen. Het Verenigd Koninkrijk verschilt enorm van Suriname en Sint Maarten. En toch zijn er kleine, typische, soms nauwelijks opvallende dingen die mij aan thuis doen denken. En met thuis bedoel ik zowel Sint Maarten als Suriname. In het Verenigd Koninkrijk heb ik mijn studie sociale antropologie gedaan. Inmiddels ben ik in de laatste fase van mijn promotieonderzoek en ben ik tevens verbonden als onderzoeks- en onderwijsassistent bij de Universiteit van Kent in Canterbury.
Bij elke verhuizing namen wij speciale bezittingen met ons mee. Objecten die van grote emotionele en spirituele waarde zijn voor ons. Zowel in Sint Maarten als ook nu in het Verenigd Koninkrijk hebben deze objecten ons geholpen een thuisgevoel, een Surinamegevoel, te creëren in onze woning.