Het middelpunt: de maiskolven
In het midden van onze kanga staan drie maiskolven. Het is een gewas dat al lange tijd in Kenia wordt verbouwd. Maar sinds het begin van de Europese koloniale bezetting in het land, associëren veel Kenianen het gewas met restricties opgelegd door de bezetter: op het gebied van landbouw werd streng beleid ingevoerd dat de verbouwing van mais door Afrikaanse boeren inperkte. Dat beleid laat zien waar de prioriteiten van de Europese bezetters lagen: zelf snel geld verdienen met de landbouw in Kenia. Veel Europeanen besloten om zelf mais te verbouwen, aangezien het goedkoop is en makkelijk groeit. Door beleid door te voeren dat witte boeren ondersteunde bij het verbouwen van mais, probeerden de bezetters de Afrikaanse boeren uit de markt te drukken. Veel van hen werden hierdoor gedwongen om te werken op de boerderijen van de Europese bezetters. Om deze reden heeft mais een lange tijd een negatieve connotatie bij Kenianen opgeroepen. Is dit gerelateerd aan de boodschap van deze kanga?