Stap 4 van 9

Handige haakjes

Het eeuwfeest van de straat, met spandoeken en vlaggetjes tussen de huizen gespannen - Foto’s uit persoonlijk archief familie Bastiaan

Het eeuwfeest van de straat, met spandoeken en vlaggetjes tussen de huizen gespannen - Foto’s uit persoonlijk archief familie Bastiaan

Eind jaren ‘70 raakten een aantal bewoners geïnteresseerd in de geschiedenis van de straat en ze besloten op onderzoek uit te gaan. Zij strandden al gauw in de stadsarchieven van Leiden aan het begin van de twintigste eeuw, want wat bleek? De Wolmarans was eerst deel van Oegstgeest, en de straat bleek al in 1880 te zijn gebouwd!

Reden genoeg voor een feestje, want in 1980 bestond de Wolmaransstraaat dus 100 jaar. Gesponsord door Heineken gaven de bewoners een heus ‘eeuwfeest’, dat de plaatselijke kranten haalde. Alles wat ze hoefden te doen om een bar en vaten te krijgen was een Heinekenspandoek ophangen.

Nu wil het zo dat er op de gevel van elk huis in de Wolmarans een haakje bevestigd zit, dus werd het spandoek daaraan opgehangen. Bij Ton en Loes is er boven het haakje een hart bevestigd, dat bestaat uit de oude bevestigingsstukken van de lantaarns van de Wolmarans, die aan elkaar zijn gelast om zo een hart te vormen.

De haakjes verbinden de huizen in deze straat met elkaar, zowel letterlijk als figuurlijk. Ze hebben door de jaren heen meerdere doelen gediend, vertelt meneer Bastiaan. Zo werden er, naast het spandoek en slingers tijdens feesten, bijvoorbeeld ook parachutes mee over de straat gespannen zodat er tijdens regenachtige dagen buiten op de straat samen gegeten en gedronken kon worden. De parachutes werden dan meegenomen door iemand die bij de scouting zat - een mooi staaltje improvisatie.

Tegenwoordig gebeurt dat niet meer, verzucht meneer Bastiaan. Hij en zijn vrouw zijn de laatste van de ‘oude garde’ die nog over zijn gebleven in de straat - de rest is verhuisd of overleden. Sowieso worden de haakjes nauwelijks meer gebruikt. Alleen de welbekende oranje vlaggetjes worden er nog traditiegetrouw aan opgehangen als Oranje speelt. Maar zelfs dat is niet meer vanzelfsprekend: “Sommige mensen, zoals daar,” meneer Bastiaan wijst naar een huis rechts van het zijne, “en daar”, hij wijst een huis aan de overkant aan, “vinden het maar teveel lawaai, die wapperende vlaggetjes voor hun huis, dus doen ze er niet aan mee.”

Er lijkt een overlap te zijn in huizen die niet meedoen met de Oranjevlaggetjes en de huizen die geen bankje voor de deur hebben staan. Hoe anders is dat bij het echtpaar Bastiaan, dat een mooi zitje voor de deur heeft, omgeven door allemaal planten. Hun geveltuintje is de enige tuin die ze hebben, vandaar dat ze daar dan ook altijd zitten. De huizen aan de overkant hebben tegenwoordig wel een achtertuin, vertelt Ton, dus de overburen zitten liever daar, waar ze kunnen ze genieten van de privacy. Ook hebben ze nu allemaal een achterdeur en een plek om hun fiets te stallen achter, waardoor de voordeur steeds minder wordt gebruikt. Ton haalt zijn schouders op: “Daardoor heb je toch minder contact met elkaar. Dat vind ik wel jammer, maar goed, wat doe je d’raan”.