Milieucampagnes
- Chind-Ind soepen
Haaienvinnensoep 鱼翅汤 stamt uit de Song dynastie (960-1279) in China.
De naam geeft duidelijk het belangrijkste ingrediënt van de soep weer: haaienvinnen, wat de gladde en geleiachtige textuur van de soep geeft. In keizerlijk China werd de soep vaak gegeten tijdens banketten, en tijdens de Ming dynastie (1368-1644) werd het zelfs gezien als een van de acht schatten van de zee.
Het toevoegen van haaienvinnen creëert een dikkere soep, en doordat de vinnen smaakloos zijn versterken en absorberen ze van de soep en de andere ingrediënten. Normaal wordt het gezien als een luxe gerecht en dus vaak gegeten tijdens speciale gelegenheden. In de Chinese cultuur ziet men de soep als goed voor je gezondheid, met positieve effecten van verbeterde seksuele potentie tot het bestrijden van kanker.
Toen ik op de lagere school zat, vroeg een vriendin me naar haaienvinnensoep. Haar vader bestelde het vaak als zij en haar familie een Chinees-Indische afhaalmaaltijd kochten. Zij was nieuwsgierig naar de soep; zaten er echt haaienvinnen in? Ik was toen nog jong en wist niet veel over het gerecht, maar het bracht mij tot de vraag: waar is haaienvinnensoep van gemaakt? Welnu, oorspronkelijk bevatte de soep haaienvinnen, maar de versie in uw Chin-Ind restaurant niet.
In Hongkong begonnen straatverkopers in de jaren ‘50 en ‘60 een vervanging voor haaienvinnensoep te verkopen: imitatie haaienvinnensoep 碗仔翅, wat een betaalbaarder alternatief was voor de dure haaienvinnensoep.
Er bestaan verschillende vervangers voor deze imitatie haaienvinnensoep, en al deze vervangers zorgen voor een tamelijk vergelijkbare gelatine-achtige textuur, bijvoorbeeld konjakgel, (cellofaan)noedels, enz. Dit soort goedkope vervangers werden zeer populair bij mensen die zich geen authentieke soep konden veroorloven.
De haaienvinnensoep die bekend is in Chinees-Indische restaurants in Nederland is ook een variant op de goedkopere imitatie haaienvinnensoep. Deze ingedikte soep wordt vaak gemaakt door aardappelzetmeel en eiwitstrengen toe te voegen aan een (kippen)bouillon en vaak gegarneerd met bosuitjes, ham, of imitatiekrabvlees.