Restauratie

  • Minoïsche Larnax

The larnax is currently on display in the Allard Pierson Museum in Amsterdam. It was acquired by the museum in November 1980 at a Sotheby’s auction in London. The shipment from England to Amsterdam was of course only the final leg of the long and dangerous journey that the larnax endured over the past three thousand years. Unfortunately, it is the only part of the larnax’ journey that we have on record, as we cannot trace back the path it travelled from Crete to London. All we know is that it must have been rough and perilous, as it hasn’t left the larnax unscathed. A report by Josefine van den Berg, a restorer at the Allard Pierson Museum, testifies to the extremely poor condition the larnax was in when it arrived at her workshop. She wrote that when she entered her studio, her desks were filled with clay bits and pieces - fragments that hardly resembled the large coffin they had once been. Once she had assembled the fragments, Josefine also discovered that the larnax in front of her had been compiled from multiple specimens, as the lid was larger than the box. So, somewhere along the way, two different larnakes were combined to form this unique historical artefact.

When looking at the larnax, the veins which indicate where the fragments were glued together are clearly visible, as are the missing pieces that the restorer supplemented with plaster castings. These plaster additions were painted in a lighter shade than the original clay material, so that it is clear to the visitor which parts of the object are original, and which ones were added at a later time. This is most notable in the legs of the larnax; all but one were missing when the larnax arrived in Amsterdam, and had to be remade from cement! It might be tempting to make the restorational work as inconspicuous as possible, but it is important to note the first and foremost restoration rule: any alteration made to the object should be visible and reversible. This is in line with the idea that a museum should be transparent about its objects, and that traces of restoration are part of the history of an object and should therefore not be covered up. On the other hand, a museum is also responsible for the preservation of its objects. For this reason, the inside of the larnax’ lid is full of metal pins and a wooden framework, to provide stability to an otherwise very fragile surface.The restoration process is neatly documented in Crouwel and Van den Berg 1983.

Deze larnax is momenteel te bezichtigen in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Het museum verkreeg het object in november 1980 bij een veiling van Sotheby’s in Londen. De oversteek van Engeland naar Amsterdam was pas de laatste in een reeks van gevaarlijke tochten die de larnax heeft meegemaakt in de afgelopen 3000 jaar. Helaas is dit het enige deel van de reis van deze larnax dat we op papier hebben, aangezien we niet kunnen achterhalen hoe die van Kreta naar Londen is gekomen. Alles wat we weten is dat het niet zonder slag of stoot ging, want de larnax is er niet onbeschadigd vanaf gekomen. Volgens het verslag van Josefine van den Berg, een restaurateur bij het Allard Pierson Museum, was de larnax in extreem slechte staat toen het in haar werkplaats aankwam. Ze schreef dat de bureaus in haar studio vol lagen met stukjes klei en kleine fragmentjes, die niet eens meer leken op de grafkist die ze ooit waren. Toen ze de fragmenten samengevoegd had, ontdekte Josefine dat de larnax bestond uit meerdere exemplaren, aangezien het deksel groter bleek dan de kist. Ergens onderweg moeten dus twee verschillende larnakes bij elkaar gevoegd zijn om dit unieke historisch artefact te creëren.

Als we naar de larnax kijken, zien we duidelijk de naden waar de fragmenten aan elkaar gelijmd zijn, als ook de ontbrekende stukken die de restaurateur heeft vervangen met gipsafdrukken. Deze gipsen toevoegingen zijn in een lichtere tint geschilderd dan het oorspronkelijke klei, zodat het duidelijk is voor de bezoeker welke delen van het object origineel zijn en welke later zijn toegevoegd. Dit is goed te zien in de pootjes van de larnax: op één na ontbraken die allemaal doen de larnax in Amsterdam aankwam, en de overige drie werden nagemaakt van cement! Het lijkt misschien logisch om het object bij restauratie zo gelijkend mogelijk aan het oorspronkelijk te maken, maar de eerste en belangrijkste regel van restauratie is: elke verandering die gemaakt wordt moet zichtbaar en omkeerbaar zijn. Dit past bij het algemene idee dat een museum transparant moet zijn over hun objecten, en dat de sporen van restauratie niet verhuld mogen worden omdat die net zo goed onderdeel zijn van de geschiedenis van het object. Aan de andere kant is een museum ook verantwoordelijk voor het behoud van hun objecten. Om deze reden is de binnenkant van het deksel van de larnax verstevigd met metalen pinnen en een houten frame, om de fragiele bovenkant stabieler te maken.Het restauratieproces is duidelijk vastgelegd in Crouwel en Van den Berg 1983.

  • Reconstructietekening van het ondersteunende frame – Crouwel & Berg, van den (1983: 4)

    Reconstructietekening van het ondersteunende frame – Crouwel & Berg, van den (1983: 4)

  • Detail van het gerestaureerde pootje rechtsvoor – Allard Pierson Museum – Foto: Cees de Jonge

    Detail van het gerestaureerde pootje rechtsvoor – Allard Pierson Museum – Foto: Cees de Jonge

  • De larnax in de restauratiewerkplaats (achterkant) – Crouwel & Berg, van den (1983: 2)

    De larnax in de restauratiewerkplaats (achterkant) – Crouwel & Berg, van den (1983: 2)