De bajes in!
De vier vrouwen die we hier zien hebben allemaal tijd moeten uitzitten in de Amsterdamse gevangenis. De cellen die zich in de hoofdstad bevonden waren erg berucht. Ze waren klein en donker, en bovenal zo smerig dat je er liever niet dood gevonden wilde worden. Ook het toezicht op de verschillende gedetineerden was uitermate slecht. En met een beetje pech zat je naast een dronken kotsende celgenoot.
De bouw van de eerste cellulaire inrichting in Amsterdam begon in 1847 aan de Weteringschans. Er was veel discussie of opsluiting het juiste systeem was om gevangenen te disciplineren, maar uiteindelijk werd isolatie gekozen boven lijfstraffen en dwangarbeid. De grauwe, sobere en eentonige cel werd gezien als een opvoedmiddel waarna mensen niet meer dezelfde misdaad zouden begaan. Na de afschaffing van de geseling (1854) en de doodstraf (1870) werd gevangenisstraf gezien als de enige goede straf na het plegen van een zwaar misdrijf. Rond 1900 was het zelfs het meest voorkomende vonnis dat werd gegeven. Gedacht werd dat gedetineerden tijdens hun opsluiting tot inkeer zouden komen en als een beter mens zouden terugkeren in de maatschappij.
Er zijn fijnere boeken om in te staan. Stond je eenmaal in een boek als deze, met je gezicht op de gevoelige plaat, dan zou opnieuw opgepakt worden nog wel eens grotere consequenties kunnen hebben dan daarvoor.
Tijd om het boek te sluiten. Voor nu.