Matje Zwitser
Dit is Matje Zwitser. Toen deze foto werd gemaakt was zij ongeveer 35 jaar oud. Ze is geboren en waarschijnlijk ook getogen in Amsterdam. Ze was een Joodse vrouw en haar geregistreerde beroep was prostituee. Waarschijnlijk was zij ook de houdster van een tapperij of had ze daar een leidinggevende functie. Een tapperij is een ander woord voor cafe of bierhuis, een plek waar alcohol kon worden getapt. Op 1 juni 1881 gaat het mis voor Matje, wanneer ze wordt opgepakt op verdenking van diefstal. Hiervoor wordt ze uiteindelijk vrijgesproken, maar ze komt in datzelfde jaar nogmaals in aanraking met justitie. Op 23 november wordt ze gevonnist voor een zedendelict. In het Noord-Hollands archief staat dit delict uitvoerig beschreven.
Er wordt beschreven dat Matje woonde in een tapperij en de bevoegdheid had mensen daar te laten ‘vertoeven’. Ze zou ‘lieden’ van onder de eenentwintig die nog ongehuwd door het leven gingen seksueel ‘bevorderen’ en ‘behulpzaam’ zijn. Matje heeft zelf geen commerciële seks gehad met minderjarigen, maar ze zou dit hebben toegestaan bijeen minderjarig meisje. Het verhaal gaat dat het zestienjarige meisje, H. Burema, aan Matje zou hebben gevraagd of zij mocht verblijven in de tapperij. Matje vond dit goed als Burema in de tapperij als dienstbode en prostituee te werk zou gaan. De helft van de opbrengst van Burema’s commerciële seksuele verrichtingen gingen naar Matje.
Matje ontkende de aanklacht maar twee getuigen hebben bevestigd dat Matje altijd achter Burema aanliep wanneer zij met een man naar een bovenkamer ging. Matje kwam daarna terug in de tapperij met de helft van het verdiende geld. Ook ontkende Matje de leeftijd van Burema te hebben geweten, maar dit wordt in het verslag ontkracht door de verklaringen van dezelfde getuigen.
Matje werd op 23 november 1881 veroordeeld en kreeg als straf een eenzame opsluiting van drie maanden en een geldboete van 25 gulden. Wanneer de boete niet binnen twee maanden zou worden betaald, zouden er drie dagen opsluiting bijkomen. Toen Matje haar celstraf ontving, was ze waarschijnlijk alles behalve enthousiast. Het was namelijk geen pretje om opgesloten te worden in een stad als Amsterdam. De gevangenis daar was berucht om de slechte behandeling van gedetineerden.